Kromming van de wervelkolom
Wat is Scoliose?
Uw wervelkolom…
Een normale wervelkolom is in het frontale vlak recht. Wanneer zich een kromming voordoet van meer dan 10° spreekt men van een scoliose. Deze kromming wordt gemeten volgens de methode van Cobb. (Hoek van Cobb).
Daarnaast zijn ook afwijkingen mogelijk in het transversale vlak. Deze afwijkingen worden rotatie-afwijkingen genoemd. Wanneer deze zich in het thoracale vlak voordoen, treedt er bijgevolg ook een misvorming op van het ribbenrooster, waarbij één helft van het ribbenrooster naar achteren verplaatst. Dit wordt de gibbus genoemd. In het lumbale vlak wordt deze gibbus gevormd door de dwarsuitsteeksels van de wervels en de spieren errond.
Bij een scoliose-afwijking moet men onderscheid maken tussen een functionele en een structurele scoliose.
Een functionele scoliose is een kromming van de wervelkolom die het gevolg is van een houdingsfout of beenlengteverschil. Bij het vooroverbuigen (bending test) vlakt deze curve uit. De kromming is goed corrigeerbaar.
Een structurele scoliose is een misvorming van de wervelkolom die niet volledig corrigeerbaar is. De scoliosen worden onderverdeeld, afhankelijk van de oorzaak. Men kan twee grote groepen onderscheiden:
de idiopatische scoliosen en
de niet-idiopatische scoliosen.
Idiopatische scoliose
Wanneer er geen duidelijke oorzaak gevonden wordt, spreekt men van een idiopathische scoliose.
Bij deze vindt men geen duidelijke afwijkingen. De wervellichamen zijn normaal gevormd en er zijn geen onderliggende neurologische of neuromusculaire afwijkingen.
Men onderscheidt bij deze drie groepen: de infantiele vorm komt voor bij kinderen jonger dan 3 jaar en is zeldzaam. De juveniele vorm komt voor bij kinderen tussen 3 en 10 jaar. Begint de aandoening vanaf de leeftijd van 10 jaar dan spreekt men van de adolescente vorm van idiopathische scoliose. Deze is de meest voorkomende groep.
Een idiopatische scoliose geeft normaal gezien geen pijnklachten. Alleen bij gevorderde en uitgesproken krommingen kunnen pijn-of vermoeidheidsklachten ontstaan.
Klinisch is een beginnende scoliose soms moeilijk zichtbaar. Bij vooroverbuigen kan men een lichte gibbus opmerken wat de structurele aard van de kromming aanduidt. Wanneer de afwijking belangrijker wordt, wordt de gibbus groter. De gibbus is steeds het teken van een structurele scoliose.
De oorzaak van de idiopatische scoliose is onbekend. Al lijkt er een grote erfelijke factor van invloed te zijn, aangezien krommingen meer voorkomen bij personen met verwanten in de familie die dezelfde aandoening hebben.
Niet-idiopatische scoliose
De niet-idiopatische scoliosen zijn verder onder te verdelen in:
Congenitale Scoliose
Bij een congenitale of aangeboren scoliose is er een misvorming van de wervellichamen. Als gevolg van een ontwikkelingsstoornis zijn deze wervels niet normaal gevormd en is er vaak een wigvorming van 1 of meerdere wervels. Daarnaast kan er ook een vergroeiing zijn van 1 of meerdere wervels. Deze afwijkingen kunnen aanleiding geven tot assymetrie in de groei en tot een progressieve misvorming van de wervelkolom.
Neuromusculaire scoliose
Een neuromusculaire scoliose komt voor bij patiënten met een neurologische of neuromusculaire aandoening. We onderscheiden een neuropatische vorm (CP, spina bifida, …) en een myopatische vorm (spierziekte van Duchenne, artrogryposis en andere)
Deze misvormingen beginnen vaak op jeugdige leeftijd en nemen toe naarmate de groei vordert. Naast de kromming is er meestal ook een scheefstand van bekken, voornamelijk bij rolstoelgebonden patiënten. Kenmerkend voor een neuromusculaire scoliose is de snelle evolutie van de kromming en de meestal lange C-vorm.